Rozenkransweg

Het was de wens van pastoor Georges Boey dat de plaats waar het oude klooster van Kalfort had gestaan een plaats van devotie zou worden. Hij vatte het idee op een Rozenkransweg op te richten en liet beeldhouwer Herman De Cuyper vijftien levensgrote beeldengroepen kappen uit Franse steen. De beelden stellen de vijf blijde, de vijf droevige en de vijf glorierijke mysteries voor.

Beeldhouwer Herman De Cuyper werd geboren in Blaasveld op 22 november 1904. Hij studeerde aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Mechelen onder het leraarschap van Theo Blickx. Na zijn studies werd De Cuyper in 1923 opgenomen in de "schetsclub" vn de Lucasgilde. Herman De Cuyper was in een paar jaar een bekende figuur geworden in het Mechelse kunstenaarsmilieu. Na zijn driejarige intensieve vorming tot schilder en beeldhouwer besloot De Cuyper zich in de Stedelijke Vakschool bij Emile Bourgeois te vervolmaken als meubelsculpteur. Tijdens zijn legerdienst volgde hij avondcursussen aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Brussel. Nadien begon hij een eigen atelier, waar hij eerst voornamelijk voor het meubelbedrijf Horckmans werkte. In 1933 huwde hij Philemena Aelbrecht. Dankzij het mecenaat van Juffrouw Elsa Gevaert kon hij zich in 1938-1939 uiteindelijk definitief vestigen in zijn nieuwgebouwde atelierwoonst aan de Mechelsestreenweg te Blaasveld. Van dan af leefde hij van zijn kunst. Hij overleed in Blaasveld op 16 juni 1992.

De Cuyper hoorde tot de stroming van het animisme, dat terugkeerde tot de naturalistische uitbeelding van het individu. In zijn werk komt dit animisme vooral tot uitdrukking in thema's als moeder en kind, familie en intieme omgang. Religieus geïnspireerde beelden - de religie speelt binnen het oeuvre van De Cuyper een aanzienlijke rol - laten een ontwikkeling zien naar een kunstopvatting, die zich van dit animisme verwijdert.

In 1952 begon De Cuyper aan zijn grootste opdracht: de monumentale Rozenkrans voor de tuin achter onze kerk. De cyclus bestaat uit vijftien meer dan levensgrote groepen of mysteries die, naar kleine schetsen in gips, werden gebeiteld in blokken euvillesteen. De realisatie ervan, zonder gebruik van een puntpasser, betekende een ware krachttoer voor de steenhouwer. Het lag in de bedoeling van de Middelheim-promotors om in 1952 de eerste vijf groepen te tonen als moderne religieuze beeldhouwkunst en het eerste mysterie aan te kopen voor het park. Uiteindelijk bleven de vijftien groepen toch bijeen en kreeg de gehele cyclus zijn eervolle plaats te Kalfort.

De Rozenkransweg werd ingewijd in 1952 en is nog steeds een oord van bezinning, dat vooral tijdens de bedevaartweek druk wordt bezocht.