Losplaats van Charel Seghers

Kleine Amer 57

De oudste losplaats op de Kleine Amer was die van Charel Seghers. Ze ging terug tot de achttiende eeuw. Het was Jacobus Vertongen uit Liezele die hier voor zijn dochter Joanna Isabella en schoonzoon Jan Hendrik Seghers een hoeve bouwde. In 1760 werd een kil met loskaai aangelegd, beter bekend als de Nieuwe Amer. De oprichters werden opgevolgd door Jan Seghers en Joanna Catharina Cuyckens uit Oppuurs in tweede en door Philip (Fluppe Seghers) en Anna Maria Rottiers uit Puurs in derde generatie. Bij het begin van de 20ste eeuw waren Carolus Ludovicus (Charel Seghers)-Ludovica Rousseau uit Sint-Amands de uitbaters en in de vijfde en laatste generatie Jules Seghers-Florentina Verheyden uit Breendonk. Op de kaai van Seghers werd vooral stadsmest gelost, dat werd opgehaald door boeren en tuinbouwers. Bestelde steenkolen werden aan huis geleverd door vrachtvoerders.

In het huis, waar Richard Dewachter zijn novelle 'Fluppe Vennes' liet afspelen (en dat in 1998 beschermd monument werd), woonde later Maria Seghers (dochter van Jules Seghers) en Raymond Van Assche (1927-2019). Zij waren de ouders van Annemie, Jan, Pol, Hilde, Mark en Hans. Raymond en Maria restaureerden het huis waarin hun familie generaties lang had gewoond. Raymond was algemene directeur van de interne audit bij Kredietbank. Hij was medestichter van Kunstkring Het Vierkant en van het Centrum voor Muziekinstrumentenbouw (waarvan hij ook de eerste voorzitter was). Hij werd medebezieler van Kom op tegen Kanker.