V.l.n.r. vader Philip, Felix, Maria, Frans en moeder Maria Virginia Peeters
V.l.n.r. moeder Meylemans, Paula Meylemans, Mariette Meylemans en Frans Vergauwen
V.l.n.r. Mariette Meylemans, Christel Vergauwen, Guido Vergauwen, Bernadette Vergauwen en Frans Vergauwen
Hier woonden Frans Vergauwen (1925-2017) met zijn vrouw Mariette Meylemans (1924-2013) en hun kinderen Guido (1959-2000), Bernadette en Christel.
Frans Vergauwen was de zoon van Philip Vergauwen (afkomstig uit Mariekerke) en Maria Peeters. Samen met zijn zus Marie en broer Felix groeide hij op onder de kerktoren in het landelijke Kalfort. Hij volgde middelbare onderwijs in de middenschool in Boom en het Atheneum in Antwerpen, tot grote ergernis van de pastoor van Kalfort. In 1943 kreeg Frans tuberculose en moest hij zijn studies stopzetten. Na meer dan een jaar in het sanatorium in Buizingen werd hij genezen verklaard. Na de oorlog startte hij deeltijds en op het laagste niveau zijn lange carrière van 43 jaar bij de Belgische staat. Na vele examens bereikte hij uiteindelijk niveau 1. In 1953 werkte hij op het kantoor van registratie en domeinen te Puurs, waar hij zijn vrouw Mariette Meylemans ontmoette. Nadien werkte hij in Boom en meer dan twintig jaar op het Ministerie van Financiën in Antwerpen. In Kalfort engageerde hij zich een tijdje in de KWB en was hij lid van de Kerkfabriek van 1976 tot 1984.
Mariette Meylemans bracht haar jeugd door in Borgerhout, waar ze school liep in het Franstalige Institut Van Den Bussche. Als gevolg van een arbeidsongeval in de Koekjesfabriek De Beukelaer stierf haar vader in 1939, amper 47 jaar oud. Prompt werd Mariette kostwinner en op 6 maart 1939 startte zij, amper 14 jaar oud, op de boekhouding bij De Beukelaer. Begin 1940 werd Mariette ziek. De dokter stuurde haar zes weken «naar den buiten» en zo kwam ze, na een verblijf van twee weken in Londerzeel en twee weken in Ruisbroek, voor twee weken in Puurs terecht, in de Begijnhofstraat 22, bij haar nonkel Pol en tante Julia. Op 10 mei 1940 brak de Tweede Wereldoorlog uit en besloot haar moeder om niet naar Antwerpen terug te keren en tijdens de oorlog met haar twee dochters in Puurs te blijven. Mariette kon daarop haar studies hervatten aan het Sint-Angela-instituut, waarna ze als naaister aan de slag ging. Op 1 mei 1944 sloot ze zich aan bij het Geheim Leger (A.S.) als Adjudante. Zij bleef als gewapend weerstander actief tot 14 oktober 1944. Van 1945 tot 1947 werkte ze in Puurs op de “Rantsoenering”. Wanneer deze dienst ophield te bestaan, ging ze aan de slag op de dienst boekhouding van het kantoor van notaris Maes te Puurs. Daar leerde ze Frans Vergauwen kennen, die op het kantoor van registratie en domeinen werkte.