Bovenste rij v.l.n.r. Jeannette Janssens, mevrouw Lombaerts, vader Eugene Janssens, Emiel Janssens, Maria Janssens en juffrouw Melanie Bernaerd. Zittend pastoor Jan Janssens en moeder Fien (Neef) Rosiers
Van rechts naar links Jeannette Janssens, zoon Miel Janssens (met ton) en Eugeen Janssens, de kuiper. Veldwachter Frans De Schrijver poseert samen met meerdere mensen uit de Schipstraat
Hier woonde de familie van kuiper Eugeen Janssens (1854-1915) en Serafina Rosiers (1850-1929), in de volksmond Fien Neef of Fien Neif genoemd. Fien was modiste en verkocht naaigerief. Eugeen en Fien hadden vier kinderen: Jan (1886-1947) die priester werd, Miel (1887-1959) die het beroep van zijn vader overnam en twee ongehuwde dochters Joanna Francisca (1882-1945) en Maria Joanna (1883-1947) die in het voetspoor van hun moeder naaister werden. Alle kinderen bleven ongehuwd.
Het gezin was zeer gelovig en trouw aan de Katholieke Kerk. Ze engageerden zich in de parochie. Bij hen werd de kledij van de processie gestockeerd. De oudste zoon Jan werd priester. Miel was vanaf 1928 secretaris en vanaf 1938 voorzitter van de Kerkfabriek en werd omwille van zijn verdiensten voor de Kerk vereerd met het gouden Sint-Romboutskruis. De jongste zus Maria werd op haar doodsprentje als volgt getypeerd: “Trouwe congreganiste van haar jonge jaren af, leerde zij van haar hemelsche Moeder gansch zich geven aan God en den naasten. Met onvermoeibaren en zelfvergetenden ijver zorgde zij voor de schoonheid van Gods huis en den luister van de processie van Kalfort. Toen de ziekte, vele jaren lang, haar lichaam kluisterde, stelde zij zonder voorbehoud al de rijke geestes- en hartegaven haar door God geschonken, ten dienste van die haar zoo lief geworden taak.'
Jan was tijdens de oorlog als spion actief geweest. Hij onderging een maandenlange verblijf in de gevangenis “waar ontbering van ziel- en lichaamsterkend voedsel, alsook de langdurige eenzaamheid en vervuiling zo neerdrukkend zich deden gelden en over ’t brutale optreden en handelen der Duitse kultuurmannen (!)”. Hij kwam er uiteindelijk goed van. Hij werd tot 10 jaar dwangarbeid veroordeeld, maar kreeg strafvermindering. Drie van zijn companen werden ter dood veroordeeld “en door de kop geschoten, andere kregen 20 jaar gevangenis”.