Wiske (later gehuwd met Henricus Van Hoyweghen, en vader van Frans) en Celine waren hun laatst thuisgebleven dochters
“In Buda” was de zaak van Benedictus Van De Voorde (1864-1949) en zijn echtgenote Joanna Margaratha Peeters (1865-1950). Naast café werd vooral de kost verdiend als kleermaker. In die stiel werd hij opgevolgd door Leonard Van de Voorde 1884). Er waren nog meer kleermakers in de familie: ook Carolus Van de Voorde (1831-1901) en Albert Van de Voorde (1916-1973) verdienden hun brood met naald en garen. Aan de overkant, waar nu apotheek Peleman is gevestigd, was Modest Vanherstraeten (1877-1969), Modest van Wittes, als kleermaker actief. Hij was vooral gekend voor zijn handel in linnen (textiel uit vlas).
Benovinus was zeker van in 1928 bestuurslid van de fanfare De Verenigde Vrienden. In 1946 tot aan zijn dood was hij voorzitter.
Benovinus was op 20 december 1918 bij een ongeval betrokken. Een vrachtwagen met soldaten vertrok naar Antwerpen om voorraden te gaan ophalen. Omdat het spoorwegverkeer nog ontregeld was, maakten enkele burgers van de gelegenheid gebruik, om ook in de havenstad inkopen te gaan doen. Op de brug, die te Klein-Willebroek over de nieuwe vaart lag, sukkelde de auto de vaart in. De foerier die het gevaar nog op tijd bemerkte, kon zijn leven redden door op de brug te springen. De anderen kwamen in het water te recht. Pierre Bru, een soldaat die op wacht stond, aarzelde niet in het water te springen, en lukte er in Eliza Rochtus van Puurs en Benoit Van de Voorde van Kalfort te redden. Ook een adjudant kon nog levend op het droge worden gehaald. De andere zes inzittenden kwamen om. Onder hen Albert Van Geel, lid van het Sint-Jan-Berchmanspatronaat en van de Studentengilde Leven is Streven en 16-jarige zoon van drogist Frans Van Geel uit Puurs.