Hier werd Alfons Dewachter (1855-1932) geboren. Zijn ouders hadden er een pottenbakkerij, die door het echtpaar De Boeck-Dewachter werd overgenomen. Zijn zus Pauline werd abdis van de Arme Klaren. Hij was de oom van schrijver Richard Dewachter en van de vier broers De Boeck, die priester werden. Egied, Jules en Achiel traden in bij de scheutisten en Alfons werd secretaris van de missiewerken van het aartsbisdom. Clara, zus van de broers, werd zuster Missionaris van het Onbevlekt Hart van Maria en missionaris in de Filippijnen.
Alfons Dewachter trad in het seminarie in Mechelen en werd priester gewijd in 1879, waarna hij werd aangesteld als leraar in het Institut Saint-Louis in Brussel. In 1899 werd hij pastoor in Kampenhout en in 1906 pastoor-deken in Vilvoorde. In 1909 werd hij vicaris-generaal en hulpbisschop van kardinaal Mercier en titelvoerend bisschop van Dionysius, met als spreuk Sub tuum praesidium (Onder uw bescherming). Tijdens de oorlog verbleef hij in Sheffield als zielzorger voor de Belgische vluchtelingen in Engeland. Hij stierf in Mechelen op 16 november 1932.
Het huis van de familie Dewachter werd later bewoond door de familie Dewitte, nu door Bellon-Van Meulder.