Decat

Kalfortdorp 70

De eerste garagisten waren de wagenwakers. Ze maakten en repareerden karren, wagens en onderdelen zoals wielen en askasten. De meesten werkten voor landbouwers en maakten meerwielige karren en wagens, maar ze verkochten onder andere ook kruiwagens, eggen, ploegen en botermolens. Voor ambachtslui werden hondenkarren gemaakt, voor timmermannen stootwagens, voor bierhandelaars biervaten.

Op de hoek van de Schipstraat met Kalfortdorp stond de afspanning van wagenmaker Leopold Decat (1861-1938), of Pol Cat (het latere “Hof van Vlaanderen”), die zijn zaak tot 1924 openhield. Pol Cat was de zoon van Frans Decat (1820-1868) en neef en stiefzoon van Jan-Baptist (1824), die ook wagenmakers waren. In de zaal van Pol Decat gingen onder meer de toneelvoorstellingen door van de fanfare De Verenigde Vrienden. In 1932 werd die volledig vernieuwd door Edward De Cré en werd voortaan het “Hof van Vlaanderen” genoemd. Na Edward De Cré werd Frans Kerremans (van Mie Sus) lokaalhouder.

Pol Cat had drie zonen. Emiel Decat (1895-1943), echtgenoot van Sidonie Moris, was kleermaker en gemeenteontvanger. Hij deed ook in verzekeringen en hield een spaarkas. Emiel was oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog en hierdoor een echte patriot geworden. In de Tweede Wereldoorlog was hij één van de medestichters en schatbewaarder van verzetsgroep De Zwarte Hand. Hij werd aangehouden op 27 oktober 1941. Na een lange gevangenschap werd hij ter dood veroordeeld op 15 januari 1943 en te Lingen terechtgesteld op 7 augustus 1943.

Eduard Decat (1897-1976) was gehuwd met Anna Borghijs. Hij was van beroep stationsfacteur. Ook hij was oud-strijder van de Eerste Wereldoorlog. Hij was soldaat 2de klas in de 14de Linieregiment en was aanwezig aan het front in de 3de legerafdeling van 27 maart 1915 tot 11 november 1918. Hij nam deel aan de gevechten van Merkem, Stadenberg, Westrozebeke, Oostnieuwkerke, en het afleidingskanaal van de Leie (Schipdonkkanaal). Omwille van zijn verdiensten ontvingen hij meerdere onderscheidingen "pour le courage et le dévouement dont il a fait preuve au cours de sa longue présence au front".

De jongste zoon was Octaaf Decat (1903-1988), echtgenoot van Mieke Maes (1905-1966), stamvader van de grote familie Decat in Kalfort. Van beroep was hij technisch ingenieur bij het leger. Taaf Cat was een fanatieke fanfaar. Hij was muziekleraar, secretaris (1946-1961), ondervoorzitter (1962-1964) en schatbewaarder (1953, 1962-1968) van de fanfare De Verenigde Vrienden. Hijzelf speelde tuba. In zijn kielzog werd de vijf zonen opgeleid als muzikant. In het orkest namen plaats Edward met een trombone, Marcel met een tuba, Willy met een bugel, Denis met een saxofoon en Jos met een saxofoon. Kleinzonen Luc, Bart, Chris en Wim werden als klarinettist ingeschakeld. Zoon Denis werd een van de drijvende krachten achter de fusie van de Fanfare De Verenigde Vrienden met Harmonie Concordia tot Harmonie Concordiavrienden.