Schaliënhoeve

Alfons Meersmansdreef

Rond 1900 woonden in Kalfort vooral keuterboeren met enkele stukken landen en één of twee koeien. Daarnaast waren er drie grote hoeven: de Schaliënhoeve, de Merlegathoeve en de hoeve Schelfhout.

Op de plaats van de Schaliënhoeve stond een oude hoeve die in 1387 werd verworven door de Sint-Bernardusabdij, die de hoeve uitbouwde en tot in 1470 als verblijfplaats gebruikte, tot ze Coolhem aankocht. Later werd de Schaliënhoeve eigendom van de familie Beeckmans-de Westmeerbeeck en door meerdere landbouwers gepacht. Bekende namen zijn Louis Lemmens en Philippus Van Assche (“den Bels”), wiens dochter Joanna huwde met Ludovicus Bosserez. Vanaf 1921 werd de hoeve gepacht door de familie Slachmuylders. De hoeve was een bevoorrechte getuige van de nieuwe landbouwontwikkelingen. Pachter Van Assche was een grote vlasboer. De eerste machines werden door de familie Slachmuylders geïntroduceerd. De hoeve werd in 1973 verkocht aan architect Talboom en grondig verbouwd.