Echelpoelhof

Alfons Meersmansdreef

In de huidige Alfons Meersmansdreef stond het Echelpoelhof. De naam 'Echelpoelhof' verwijst naar 'echel', een bloedzuiger, waarvan er zich vermoedelijk veel in de wal bevonden. Het Echelpoelhof werd in de 13de eeuw gesticht door de abdij van Kornelimunster. In het begin van de zeventiende eeuw was het eigendom van Casper Van Spannenberck, die het verkocht aan de abdij van Sint-Bernards van Hemiksem.

De abdij deed het rond 1670 van de hand, waarna het in privé handen kwam. Bekende eigenaars zijn griffier Zegers en Isabella de Marteau, barones de Renesse. In de negentiende eeuw werd het hof enige tijd bewoond door de heer Diercxsens, die het liet omvormen tot werkmanswoningen. Nadien kwam het in handen van de familie Beeckmans-de Westmeerbeeck. De broers Frans en Jules Beeckmans-de Westmeerbeeck organiseerden er regelmatig bijeenkomsten voor jagers.

Er woonden verschillende families in het Echelpoelhof. In het voorste deel woonde boswachter Louis Leyers (1894-1972) getrouwd met Julia Brems (1895-1969), ouders van Maria, Mathilde, Wiske, Octaaf, François en Godelieve. Wiske (1924-2015) woonde er ook een tijdje toen ze al was getrouwd met Louis Van Camp (1923-2003). In het middenste deel woonde later Maria Leyers (1918-2003) getrouwd met Louis Cools (1911-1998). In het achterste deel woonde Rosalie Boey (1869-1938) getrouwd met Désiré Schampaert (1863-1944), ouders van Dorreke (bakker), Zjang, Louis, Mon, Sin en Leon.

Het hof werd in 1973 afgebroken. Op de plaats werd het bedrijf Centrans gebouwd. Het werd overgenomen door Distrilog, later Femstaal en uiteindelijk verkocht aan Pfizer, die de gebouwen in 2020 afbrak voor de realisatie van nieuwe bedrijfsgebouwen.