Vanzelfsprekend is het nieuwsblad een interessante bron voor onze lokale geschiedenis, en zeker ook voor Kalfort. Geen grote geschiedenis, maar wel informatie over het dagelijkse leven van de gewone Kalfortenaar. In dit nummertje van De Kalfortse Klok starten we met een nieuwe reeks. Elk nummer zullen we de gegevens over Kalfort uit een periode van vijf jaar distilleren. Deze keer behandelen we de periode van 1860 tot 1865. Kalfort is pas een onafhankelijke parochie geworden. Bestuurlijk hoort ons dorp tot de gemeente Puurs in Klein-Brabant. Klein-Brabant is op dat ogenblik een volledig onontsloten landelijk gebied zonder spoorweg, zonder verbinding met het Waasland.
Politiek en openbaar leven
In de jaren zestig van de negentiende eeuw is er voor het eerst sprake van een "ijzeren weg" tussen Mechelen en Sint-Niklaas. Op 23 maart 1862 liggen er ontwerpen voor en staan de eerste overeenkomsten met mogelijke uitbaters ter discussie. Het nieuwsblad bloklettert dat het hoopt dat deze overeenkomst "binnen enige dagen aan de kamer der Volksvertegenwoordigers onderworpen zal worden, welke ongetwijfeld zich zal verhaesten om dezelfde te bekrachtigen, ten einde de uitvoering van eenen spoorweg, die de nijverheids- en landbouwrijkdommen van het Land van Waes ene overvloedige uitbreiding zal verschaffen, te verzekeren". Maar niet iedereen ziet de nieuwe spoorweg graag komen. Begin 1863 verwijderen "kwaeddoeners" de piketten, die waren geplaatst om het tracé af te bakenen.
Nog tot in 1893 moeten de Belgen wachten om voor de verkiezingen te mogen stemmen. Tot dan is dit voorbehouden aan de zogenaamde cijnskiezers, nl. zij die voldoende belastingen betalen. Kiezen gebeurt in Mechelen. Voor de verkiezing van 7 april 1862 (waarbij uiteindelijk hertog d'Ursel tot senator wordt verkozen) krijgen de kiezers van Puurs 50% op het gewone tarief van de spoorweg Dendermonde-Mechelen. Zij kunnen opstappen op de "koopwarentrein, rijdende voorbij Malderen, omtrent 7 ure 40 minuten 's morgens; te Londerzeel ten 8 ure en zullen omtrent 8 ure 30 minuten te Mechelen aankomen; in het geval de kiezingen niet voor het vertrek der laatste openbare konvooien zouden geëindigd zijn, kunnen de kiezers van Puers terugkeren met de koopwarentrein, die te 9 ure 15 minuten 's avonds uit Mechelen naar Gent vertrekt."
In 1862 is de plaats van ondermeester in de gemeenteschool van Puurs-Kalfort vacant. Personen die de stukken kunnen voorleggen "die hunne regten en bekwaemheden bestatigen" kunnen zich kandidaat stellen. De ondermeester kan rekenen op een vaste jaarwedde van 200 frank, met daarboven 250 frank vergoeding voor het kosteloos onderwijs van de arme kinderen en 160 frank aan schoolgelden van de betalende leerlingen. Veel schoolgeld wordt er in die periode in Kalfort zeker niet betaald, want rijke mensen zijn ver te zoeken. De nieuwe armmeester Henri Ceurvelt (die in 1864 wordt benoemd) zal zeker zijn werk hebben gehad. De algemene dienstplicht bestaat nog niet. Alle jonge mannen van een bepaald jaar moeten zich aanbieden bij de loting, waarin ze ja dan nee voor de dienst worden aangeduid, al naargelang ze een hoog of een laag nummer trekken. In Puurs gebeurt dit in het gemeentehuis.
Voor hondsdolheid is men zeer beducht. "Te rekenen van den 1 mei tot den 1 september 1863, zullen al de honden die men in de straten zal vinden losloopen, zonder gemuilband te zijn met een gevlochten mandeken van ijzer- of koperdraad, dadelijk worden doodgeslagen en de eigenaers der zelve voor de regtbank van enkele policie kunnen worden betrokken. De personen wier honden door razernij zouden aangedaen zijn of er eenige voortekens van hebben, moeten dezelfde aenstonds doen afmaken, diep in de aerde bedelven en de koten verbranden."
Op woensdag 26 mei 1863 bezoekt provinciegouverneur Pycke Puurs. Om negen uur wordt hij ontvangen in Kalfort door de gemeenteraad en de toonkundige maatschappij. Het gevolg van de hoogwaardigheidsbekleders bestaat uit burgemeester De Laet, provincieraadslid Emeric Luytgaerens, majoor Amédée Moens (majoor, in groot uniform van de burgerwacht) en schepen Denis Cloostermans. De gouverneur bezoekt in Kalfort de gemeenteschool en de nieuwe kerk. Vervolgens gaat hij naar Puurs.
Op donderdag 9 juli 1863 wordt het vormsel toegediend aan de kinderen van Puurs en omliggende gemeenten. Gewoontegetrouw komt de kardinaal hiervoor zelf van Mechelen.
Rampen en ongelukken
Op woensdag 22 december 1861 wordt Puurs opgeschrikt door een brand op de Kleine Amer die twee dorpelingen treft. In die periode is dit een gebeurtenis die opzien baart en nog lang nadien zal worden becommentarieerd. Het nieuwsblad schrijft het als volgt:
"Woensdag morgend om 7 ure stormde alhier de klok en de kreet: Brand! Brand! Verspreidde zich welhaest door geheel onze gemeente. Aenstonds zag men rookwolken in de hoogte stijgen en men vernam dat het twee wooningen waren, die op den Kleine-Hamer in brand stonden, bewoond door Henri Roef en Jan Borms. Op den eersten alarmkreet snelde eenieder naer de plaets der ramp; onze E.H. Pastor, de gendarmen, burgers, allen wedieverden om het vuer te bemeesteren. De brandspuit, welke op het spoedigste ter plaets was gevoerd, werkte zoo krachtdadig dat op minder dan 3/4 ure de vlammen uitgedoofd waren. Gelukkiglijk dat men er tijdig bij was, want iedereen is verwonderd hoe men er in gelukt is, de zoo digt bijstaende gebouwen te bevryden. Alhoewel men den brand spoedig meester was is de schade nog al aenzienlyk; het vlas dat meest al te mael verbrand is vergroot dezelfde nog al merkelyk en men schat het totale verlies op fr. 4500, alles was door de maetschappy A.G. van Brussel verzekerd voor eene som van fr. 6800. Men veronderstelt dat den brand op den zolder begonnen, door de schouw zal veroorzaekt zijn."
Op donderdag 23 maart 1862 is er een ongeval van een heel andere aard. "Donderdag laatst is een inwoner onzer gemeente schots gevaren. De man was nl. in zijn beerput gekropen om deze te ruimen, wanneer eensklaps een zijner kinderen zich op het huisje plaatste, en Peer van Kobbesussen, de volle lading ST… op het hoofd kreeg."
Op woensdag 4 maart 1863 zijn de Kalfortenaren mee getuige van een eigenaardig natuurverschijnsel: "Woensdag avond, omstreeks 7 ure, hebben wij alhier en omstreken een buitengewoon natuerverschijnsel opgemerkt. Eensklaps rees er eene groote bol snel door de lucht, die een levendig doch bleek licht, ongeveer als elektriek vuer, rond zich verspreidde, terwijl hij eenen langen steert na zich sleepte, waeruit talrijke vuervonken vlogen. Het was een oogenblik bijna zoo helder als op vollen dag; wij zeggen een oogenblik want de lichtbol steeg in het westen op en verdween daerop spoedig langs den oostkant. Eenige personen beweerden dat het eenen Russischen luchtbal was, die met den nacht zynen Poolschen vijand bewaekte, en die van zijne streek geraekt was. Zulke luchtballen zijn niet geestig om te zien, en jagen nog al menig mensch den schrik op 't lyf".
Te koop
In 1862 vinden er twee openbare verkopen plaats. In februari verkoopt het huis Batavia uit. Na het overlijden van haar man Joannes Constantinus Van Heirstraeten moeten de weduwe en haar kinderen de volledige stock van meubelen, herbergiers-, bakkers-, winkeliers-, en kamslagersgereedschappen van de hand doen. Een maand later leidt notaris Louis Peeters de verkoop van een "goed stuk lang gelegen te Calfort" in herberg "De Groene Wandeling", bij Serinus Heyvaert, aan het Coolhembos.
Ontspanningsleven
In het Nieuwsblad van het kanton Puers vinden we ook heel wat gegevens over het verenigingsleven in Kalfort. Dat is in 1860 nog niet zo uitgebouwd. We vinden gegevens over een schuttersgilde en een duivenbond.
Op 1 juni 1862 organiseert de duivenliefhebbersmaatschappij "De Ware Vrienden", gevestigd bij Petrus Schampaert, in den Nieuwen Buiten op den "Eyzendries" een duivenkampstrijd op Parijs. Een half jaar later wenst Petrus Schampaert over te gaan tot de oprichting van een nieuwe "societeit van duivenmelkers". Hiervoor wordt er in zijn herberg vergaderd en Petrus Schampaert "meldde ALS BAES VAN 'T HUIS dat hij met den eersten kampstrijd der societeit, de overwinnaer zoude beloonen met 25 liters bier, ondereen te drinken; dergelijke beloning wierd terstond ook toegestaen, door den eenen voor den tweede rpijs, door den anderen voor eenen derden prijs en zoo voorts, doch als Baes van 't Huis, was Schampaert verpligt zijne vooruitgeving de hoogste te houden, hetwelk hij deed, tot zoo verre, dat hij van zijn wijf STOKSLAGEN beloofd werd, waerna de zitting voor de eerste mael gesloten werd."
In 1863 worden ook nog duivenprijskampen gehouden bij Serinus Heyvaert in De Groene Wandeling (voor "oude duiven" op Parijs), door de societeit "De Eendragt" bij G. Leys in herberg De Warande (voor oude en jonge duiven op Chartres) en in den Hert (op de brug te Kalfort) bij Henri Verdickt (voor oude duiven op Parijs).
Verder bestaat in Kalfort de "maetschappy van den edelen handboog" (Guillaume Tell). Deze schuttersgilde komt bijeen in Sint-Joseph bij F. Van Ingelgem en houdt regelmatig prijsschietingen. Secretaris zijn P. Jacobs en P. De Bondt, president is Felix Poortmans en hoofdman A. De Dekker. Met de kermis van 1862 en 1863 worden de volgende prijzen uitgeloofd: 14 fr. voor de meeste "groote Roozen", 8 fr. voor de meeste "Eenen", 5 fr. voor de meeste "Tweeën", 3 fr. voor de meeste "Roode Ringen". Verder is er een "schone zilveren medalie voor de societeit die met de meeste leden onze schieting zal bijwonen, tenminste 10 schutters tellende". Om te mogen deelnemen moet 1,60 frank worden ingelegd en 10 centiemen voor de onkosten en wordt 15 centiemen afgehouden voor de "Kleine Roos".
En verder is de Kalfortse kermis vermaard in de streek, niet enkel in augustus. Dan gaat er ook nog een "kleine kermis" door met tweede en derde pinksterdag. In 1862 ziet het programma er als volgt uit:
"'s Morgens: feest aangekondigd met 't schieten van 't kanon 2 ½ ure: maatschappij De Ware Vrienden van Calfort begeeft zich naar den Aspot om zang-societeiten van Liezele en Hingene te ontvangen 3 ure: drij gezelschappen naar den Plaisanten Hof, bij d'heer Petrus Veekmans, om de zangsocieiteiten van Liezele en Hingene te ontvangen 4 ure: 5 maatschappijen stoetsgewijs naar de plaats voor het afgeven der muziekstukken bestemd Inmiddels regelen andere gezelschappen het doelspel bij d'heer Van Ingelgem en verdere partijspelen. De Medaillien worden aan de Zangsocieteiten onmiddellijk na de uitvoering uitgereikt 6 ure: kanon kondigt begin aan van de openbare vermakelijkheden zo als: mastelbyten, zakkenlopen, mastklimmen, tournoijen gevolgd van een balon en een schoon vuerwerk, om te sluiten met Danspartijen bij d'heeren Struif, Verbruggen, Fleurackers, enz." Andere volksspelen die bij de kermis worden geprogrammeerd, zijn ringsteking te paard, vrouwkens avond en ringsteking te voet.
Het verslag van de kermis is zeer lovend voor de inrichters die hun "ingezetenen daardoor een schoone en rijke dag weten te verschaffen". De zangmaatschappijen van Liezele, Tisselt en Breendonk zingen prachtige stukken en iedere maatschappij heeft een "schoon eermetael als herinneringsteeken ontvangen".
Ondanks regenachtig weer is er veel volk, maar het slecht weer belet "de openbare vermakelijkheden, alsmede het afsteken van vuerwerk en de oplating van en balon, nog meer luister bij te zetten". De dag daarop is er prijsschieting voor de schutters. Voor de mensen van die tijd is een kermis een van de hoogtepunten van het jaar waarop veel wordt gedronken en gedanst en meerdere koppeltjes worden gesmeed.
De sinksenkermis is eigenlijk maar een "generale repetitie" voor de grote kermis in augustus. In 1862 wordt de kermis als volgt aangekondigd: "Morgen zondag begint de groote Calfortsche kermis en negendaegsche begankenis. Daer men weet, dat elken jare deze gemeente door een groot getal vreemdelingen bezocht wordt, hebben al de herbergiersbazen hun wel voorzien van allerhande dranken en lekkere eetwaren. Dus, Puerssche buikvulderkens, past op, dat gij de fijne beet van voor uwen neus niet laat nemen!" En achteraf is men heel tevreden: "Onze kermis is alle dagen door een groot getal vreemdelingen bezocht geworden en heeft dees jaer voorgaende jaren overtroffen. De kramen, barakken, volksspelen, enz. waren in overvloed. De danspartijen werden druk bezocht, bijzonderlijk den donderdag, waeraen de inwoonders van Puers niet ten achteren zijn gebleven, vooral de jeugdige maatschappij DE WATERZEU, die men gedurig aan 't flikkeren zag en die bas en viool niet hebben verlaten, voor dat alles uitgestorven was. Morgen is het de laetste dag onzer kermis, indien het weder eenigszins gunstig is, mogen wij ons nog aen eenen grooten toeloop volks verwachten."
Ander vertier kon zo nu en dan komen van voorbijtrekkende kunstenaars. In 1863 werd het volgende evenement aangekondigd: "Calfort: zondag 14 juni 2 ure: Assaut d'Armes tussen MM. Blondio, opperwachtmeester bij het 2de chasseurs en Lagreff, tambour-major bij het 8ste linie-regiment - schermen; midden des dorps eenen theatre".
Varia
Op zondag 15 maart 1863 schrijft het blad: "Men is thans te Brussel bezig met de toebereidselen om de postzegels met gaetjes te stippelen, waerdoor zij gemakkelijker van elkander zullen scheiden".
En nu we weten vanaf wanneer onze postzegels het huidige uitzicht kregen, sluiten we onze eerste kroniek af en beginnen te lezen in de jaren 1865-1870 voor een volgend klokske.
